Docenten zijn zielige paupers, zo lijkt het als je vandaag de Volkskrant las: “Inkomen docent blijft fors achter“. Maar schrik niet, ik ga hier niet om geld bedelen om ons onderwijzersloontje aan te vullen. Onze decadente leefstijl loopt prima, dank je.
Het pleidooi van de AOb (Algemene Onderwijsbond) slaat de plank flink mis. Of zij hebben contacten in andere docentenkamers dan ik. De meeste docenten klagen niet over dat ze zo weinig verdienen. Jongeren laten hun keuze tussen onderwijs en andere beroepen niet leiden door geld.
In de docentenkamer gaat het zelden over geld. Het gaat vooral over de werkomstandigheden – wat je moet doen en verduren voor dat geld. Dat is trouwens niet iets exclusief voor het onderwijs, de meeste mensen willen een prettige werkplek waarin je wordt gewaardeerd als werknemer. Ook dat is een economische wet, die door het AOb wordt genegeerd. Het is maar de vraag of meer geld ook betekent dat docenten dan de nadelige omstandigheden maar voor lief zullen nemen. Zo klaagde een jonge collega dat hij door zijn grote hoeveelheid lessen geen tijd had om die lessen ook op zijn manier leuk en sprankelend te geven, maar puur aan het “lesboeren” was. Zal hij voor meer geld wel al die lessen op zo’n onbevredigende manier blijven geven? Of heeft hij er meer aan als de urennorm wordt aangepast zodat er meer tijd is voor het ontwikkelen van lessen en lesmateriaal? Zo heb ik ook liever een iets kleinere baan waarin ik ruimte heb om iets extra’s te doen, dan een drukke baan waarbij lessen moeten worden afgeraffeld en geen tijd is voor vernieuwende lessen. Laat dit namelijk duidelijk zijn: ondanks alle geklaag over “Het Nieuwe Leren” en lesuitval is het zo dat een goede hedendaagse les die past binnen het echte Nieuwe Leren meer tijd kost dan een ouderwetsch degelijke les die 20 jaar geleden de norm was. Veel meer tijd.
Waarmee ik bij de keuze van studenten kom. De belangstelling voor lerarenopleidingen is gering. Mijn “lichting” aardrijkskundedocenten bestond uit 6 nieuwe eerstegraads op het IVLOS, een van de 5 eerstegraads opleidingen (naast VU, UvA, RUG en KUN) en zeker niet de kleinste. Over een paar jaar wordt de pensioengolf van de babyboomers een tsunami van gepensioneerden, en zullen vrijwel alle vakken de gevolgen hiervan merken. Er is daardoor praktisch een baangarantie, maar studenten kiezen niet voor een lerarenopleiding. Dat heeft niet te maken met geld. Je startsalaris als docent is niet verkeerd (€2251 bruto per maand, iets onder modaal). Wie het nieuws volgt over het onderwijs zal ook merken dat daar vrij weinig discussie over is. In die nieuwsitems gaat het wel over de onrust in het onderwijs: grote werkdruk, lastige ouders, moeilijk hanteerbare leerlingen, weinig vrijheid bij het inrichten van je les, verplichtingen buiten de lessen (vergaderen, feestsurveillance etc), kortom: er deugt niks van het onderwijs. Wie wil daarin werken? En als je dat wilt, hoe hou je het vol? De eerstegraads lerarenopleiding stelt niet zo heel veel voor en focust zich naar mijn mening te weinig op de praktijk, en ik hoor nog wel eens verhalen van andere opleidingen (niet het IVLOS, voor de duidelijkheid) waarbij het begeleiden van nieuwe docenten neerkomt op het tot de veters toe affakkelen van elke fout. Meesterschap is vakmanschap, dat je al doende moet leren. Het gaat dus niet meteen goed, wat in combinatie met de werkdruk mensen uit het onderwijs kan jagen. Het is moeilijk je eigen hoge verwachtingen direct waar te maken.
Ik hoop dus dat de geld-discussie een snelle dood sterft en we het gaan hebben over de kwaliteit van het onderwijs. Wat betekent de verandering van het onderwijs en de maatschappij voor het functioneren van de docent? Wat voor differentiatie gebruik je om docenten optimaal te laten functioneren? Waarom geldt voor een jonge, nieuwe docent dezelfde norm als een oude rot van 50? Hoeveel ruimte is er om nieuwe lessen te ontwikkelen binnen je uren, in plaats van als een soort halve vrijwillige baan zoals nu nog voorkomt? Hoe verbeter je het imago van het onderwijs? Dat zijn de punten waar het over zou moeten gaan. De docenten die dagelijks voor de klas staan, mijn collega’s, ken ik als gemotiveerde en idealistische mensen. Passie voor hun vak en voor het werken met jongeren. Passie maak je niet met geld, maar moet je in de juiste omstandigheden laten bloeien tot iets moois.
Michel, Mooi bericht. Zelf heb ik altijd werk gezocht, passend bij mijn belangstelling, waarbij inkomen verdienen op de 2e plaats kwam. Volgens mij de weg naar een tevreden en af en toe ook gelukkig bestaan, al eens door mij gekenschetst als ‘symbiose'( het betrokken zijn/voelen, los van eigen materieel belang)vs ‘competitie’ (jacht op hoogste inkomen, status en faam). Het laatste sluit aan bij het denken in termen van marktwerking en bedrijfsmatig werken waar we de afgelopen jaren zo stevig ‘op getrakteerd’zijn. Mijn geloof in een instelling van ‘symbiose’is overigens ook een aanleiding om mij te verzetten tegen de leus ‘inkomenszekerheid ipv baanzekerheid’. Want dat kan betekenen dat je niet meer werkt waar je hart ligt en daar vanwege inkomwensbehoud genoegen mee zou moeten nemen.
Helemaal met je eens. Af en toe overweeg ik het om leraar te worden maar dan denk ik aan al die verhalen van de leraren die ik ken… Nee dus. Er komen veel te veel dingen bij die niet met lesgeven te maken hebben. If I wanted to be a social worker, I’d be a bloody social worker!
logisch dat er in het onderwijs niemand er om het geld is. Dat soort types peinsen niet over het onderwijs, gelukkig ook maar, lijken mij geen leuke collega’s.
Wat mij vooral irriteert is dat je als docent af en toe de sluitpunt van onderwijsbeleid bent en af en toe weinig serieus genomen lijkt te worden.
En inderdaad het nieuwe leren betekent voornamelijk meer voorbereidingstijd terwijl de vergoede onderwijstijd alleen maar afneemt. Zeker met dat gemiereneuk van het ministerie met die 1040 uren.
Logisch eigenlijk dat ik tegenwoordig amper aan vrijwilligerswerk toekom, mijn werk is vrijwilligerswerk…
Goed stuk.
Overigens vind ik mijn salaris (1e graads natuurkunde, 5 jaar werkervaring) helemaal niet slecht. De vooruitzichten voor de komende 5-10 jaar zijn echter belabberd.
Omdat aan de werkdruk niets te doen is, zeker gezien de komende pensioengolf. Moet er wel iets gedaan worden aan het salarisgebouw.
En de schaarste van docenten zal er uiteindelijk zeker voor zorgen dat e.e.a. verandert. Jammergenoeg is er nu nog nauwelijks echte schaarste. De tekorten zorgen nu voor verhoging van werkdruk van de huidige docenten (kleine vacature intern opvullen) en voor slechte docenten (zonder ervaring/papieren) voor de klas.
Als de pensioengolf echt op gang komt zal ik de eerste zijn die 1 dag voor de examens gaat staken.
Maar als ik jou zo hoor wil je alleen iets aan het salaris doen omdat er toch niks aan de werkdruk verandert. Dat is toch de omgekeerde wereld? Want je vindt de werkdruk eigenlijk belangrijker.
Het is toch te gek voor woorden dat ik zo vaak hoor “als je net begint als docent moet je eigenlijk geen fulltime baan nemen”. Dat zegt al iets. Voor andere banen is het normaal om fulltime te werken, of je nou net begint of niet. In het onderwijs kan dat blijkbaar niet. Het zal wel aan mij liggen, ik kan daar met m’n hoofd niet bij.
@Michel:
Ik denk dat er voor de “schaarse” vakken (en straks zijn ze dat alleemaal) niets aan de werkdruk te doen is. Er zijn gewoon geen docenten. Dus dan maar gewoon STEVIG meer salaris.
Voor de beginnende docent moet er ECHT iets gebeuren. Ik heb ook 3,5 jaar parttime banen gedraaid omdat ik gewoon geen fulltime baan aankon. Daar moet iets gebeuren dat ben ik met je eens. Een startersfunctie (eventueel met bijbehorende aanloopschaal) is echt nodig in het voortgezet onderwijs. De junior-docent heeft dan bijvoorbeeld slechts 18 lesuren en er wordt verwacht dat de rest van de 1659 uur wordt gevuld met scholing, namelijk “inwerken”.
Maar je hebt helemaal gelijk: Het is de omgekeerde wereld!
Mmmm, als je maar 1 dag in de week werkt is het inderdaad niet zoveel 😀
Ik heb je gemist, Chris 😉
Volgend jaar werk ik meer. Blijf dit kanaal volgen 🙂
…en zoveel vrije tijd. Veel vakantie en weinig overuren, niks te klagen. Hier een leuke film van joep over onderwijs: http://www.novatv.nl/index.cfm?ln=nl&fuseaction=artikelen.details&achtergrond_id=9458&CFID=24551148&CFTOKEN=33905354
Overuren bestaan niet in het onderwijs. Dat wil niet zeggen dat de gemiddelde fulltime-docent ook niet meer dan 40 uur per week werkt. En vakantie (of weekend) betekent ook niet dat je niets aan school hoeft te doen. Alleen, dat heet geen overuren, maar “normaal werk”.