Tot nu toe waren onze vakanties uitermate bescheiden binnen Europa. En dat terwijl je als geograaf toch wel de hele wereld gezien wilt hebben. Na zoeken, wikken en wegen werd het een kampeersafari door Kenia, Tanzania en Zanzibar. Voor ons allebei een eerste kennismaking met Afrika, met zowel de cultuur als de natuur. De reis heeft alles waargemaakt wat het beloofde, het was een schitterend en indrukwekkend avontuur.
Omdat het er toch een beetje bijhoort, mijn rijtje van de Big Five – neushoorn, leeuw, buffel, luipaard en olifant:
Hieronder het uitgebreidere verslag.
De vlucht verliep soepel, en was precies lang genoeg om het laatste deel van Harry Potter uit te lezen. Wat een ontknopingen trouwens, maar dat terzijde. Voor een echte kennismaking was iedereen te moe, dus dat werd nog even uitgesteld. De volgende dag verlieten we direct Nairobi om de bush in te gaan. De eerste stop was aan de voet van Mount Kenya. De tentjes werden opgezet, en we werden ingewijd in de Eetrituelen. Eerst het handen wassen in drie bakken: 1 voorhet echte handenwassen, een met Dettol om te ontsmetten, en een bak water om te spoelen. Dit werd, samen met de dettol-plantenspuit, al snel afgekort tot “dettollen”. Het tweede was het wapperen na het eten: de afwas volgde hetzelfde ritueel als onze handen, en net als onze handen moest alles drooggewapperd worden. Het was een mooi gezicht en er waren vele wappertechnieken te bewonderen. Op de camping zaten bavianen, en tijdens een wandeling kwamen we ook nog colobus-apen tegen.
In de avond kwam er een flinke bui over ons heen, en daar konden de tenten niet tegen. In sommigen stonden er al plasjes water… De tweede nacht brachten we dus niet in de tent, maar in de naastgelegen lodge door. De regen bleek een voorbode: de dagen erna kregen we zelfs in het normaal droge Samburu-reservaat ook nog een bui over ons heen. Voor we dat reservaat ingingen bezochten we een Samburu-dorp wat een soort blijf-van-m’n-lijf-dorp was. Welkomstliedjes, geschud met kralenkettingen, alles wat je van zo’n dorpje verwacht.
Het Samburu national park was schitterend. Na een dag hadden we al drie van de Big Five. Een paar leeuwen in de verte, olifanten vlakbij de truck, een paar buffels. Alleen de neushoorn en het luipaard hadden we nog niet. En daarnaast nog hordes gazelle’s, impala’s, zebra’s, knobbelzwijnen (“pumba’s”), parende struisvogels en uiteraard de apen die het op ons eten bij de kampeerplek hadden voorzien. De ervaring van al die wilde dieren zo dicht bij is geweldig. Je komt niet altijd heel dichtbij, zo zaten we met minstens tien jeeps en trucks verwoed door verrekijkers te turen naar een cheetah onder een bosje een heel eind weg. Zoals in alle wildparken mag je de truck niet uit, en ‘s nachts ook je tent niet uit. Vooral de vegetarische dieren zijn hier levensgevaarlijk.
In het rijtje grote dieren konden we na Samburu ook het nijlpaard bijschrijven. Vlakbij de lodge waar we zaten zagen we er twee in een plas water. Dit was een soort tussenstop voor we de dag erna bij Lake Nakuru aankwamen. Hier zagen we onze eerste neushoorns en vooral heel veel flamingo’s, waar het meer bekend om staat. Heel veel wil zeggen: een enorme roze waas langs de randen van het meer van honderdduizenden tot 2 miljoen flamingo’s. In dit park kwam ook een hyena vlak langs de truck geslenterd. Hier kwam ik er ook achter hoe lastig het is als je ‘s nachts je tent niet uitmag en je moet plassen.
Na een overnachting aan het Victoriameer kwamen we bij een van de hoogtepunten van de reis: de Serengeti, die gevolgd werd door de Ngorongorokrater. Een overweldigend mooi stuk natuur met heel veel gnoes, en de gebruikelijke antilopes. Hier kwamen we op een paar meter van een groepje leeuwen (mannetje, vrouwtje en 2 welpjes), en als absolute hoogtepunt op een meter of 15 van een luipaard dat in een boom een antiloopje op zat te eten. Je kon de botjes horen breken in de bek van het luipaard. We waren zo onder de indruk dat we ons fototoestel uit de truck lieten vallen. Een grote teleurstelling was een cheetah die werd weggejaagd door een baviaan – wat een watjes zijn die beesten eigenlijk.
In de Ngorongorokrater zagen we geen nieuwe beesten, de chauffeur zal wel verbaasd zijn geweest door ons gebrek aan enthousiasme over een olifant op 60 meter, of een leeuw op 50 meter. Die hadden we nou wel, wij wilden meer! Dat kregen we eind van de ochtend. Bij een stroompje stond een eenzame gnoe te drinken. Een groepje van 4 leeuwinnen besloop de gnoe, en zette de aanval in. De gnoe rende geschrokken weg, achtervolgd door twee leeuwinnen – tussen alle kijkende jeeps door. Het ging vlak langs onze jeep. De aanval mislukte helaas, en nadat de leeuwen voor de show nog even wat langs de jeeps sjokten keerde de rust weer terug.
De dagen erna stonden meer in het teken van cultuur, en bevatten een fietstocht door de omgeving van Mto wa Mbu en een bezoek aan het koffieplantagegebied op de flanken van de Kilimanjaro. Daar maakten we onze eigen koffie, van het plukken van de bes tot het drinken. Na de warme en droge dagen op de Serengeti-vlaktes was het weer even wennen aan regen en bewolking, maar precies op het goede moment brak de bewolking door en konden we een kwartiertje de top van de Kilimanjaro bewonderen.
De laatste dagen van de vakantie sleten we op Zanzibar, het islamitische kruideneiland. Het oude centrum, Stone Town, maakte een beetje een smerige indruk in het begin, maar na een ochtend rondwandelen konden we de charme ervan goed waarderen.Bijzonder was de oude slavenmarkt, de plek waar vroeger de slaven bij opbod werden verkocht, met een kerk op de oude geselplek. ‘s Avonds kon je in het park aan zee bij allerlei stalletjes prima vis, garnalen en octopus eten. Gezellig en bijzonder, omdat je in de hele reis sowieso vaak alleen met de groep eet op de camping, en anders in een lodge waar geen lokale bevolking komt. Hier zaten toeristen en locals door elkaar. Met een dagje snorkelen en een ochtend kruiden inslaan zat de vakantie er alweer op. Het was een fantastische reis op een prachtig continent.
Michel,
Vanuit een nog steeds regenachtig Nairobi. Ik zal hier vier jaar zitten, dus ook alle plekjes bezoeken waar jij bent geweet. Mooi verslag om een ideetje te krijgen.
groet Martijn
Michel,
Een mooi compact verslag.
Heb jij al de email-adressen van onze reisgenoten van Frans ontvangen?
Groetjes,
Ad de Wild
Pingback: 2007 en verder at Publiekelijk tijdverdrijf