Zo. Even tijd voor een fors tegengeluid. De Volkskrant pakte vandaag flink uit met een artikel “Steeds jonger, steeds meer“, over alcoholgebruik onder jongeren. Het indrinken is “een typisch Nederlands kenmerk”, waardoor de problemen bij ons zo groot zouden zijn.
Maar hoe groot is dat probleem nu echt? De gegevens die steeds worden aangehaald zijn alweer een paar jaar oud – bijna een generatie jongeren terug. Pas volgend jaar komen de cijfers uit 2007. Uit de dagelijkse praktijk komen wel allerlei verhalen naar voren, waarin vooral dat idyllische platteland ineens verandert in een onafgebroken zuipschuiterij in schuren, met goedkeuring van de ouders. Ook in het artikel van de Volkskrant krijgen de ouders er trouwens flink van langs, en terecht. Daar begint het drankgebruik immers.
Maar dan nu de waan van de dag. Een schokkende kop in de krant: “15 tieners betrapt op indrinken“. Naar aanleiding van alle verhalen over drank, en rondslingerende “alcoholische verpakkingen” werkten discotheek City Life en de politie samen om het alcoholgebruik te meten. Een blaastest bij de ingang van een 16- (dus alcoholvrij) feest. Er werden 15 jongeren (7 jongens, 8 meiden) betrapt op alcoholgebruik, waarvan 4 (allemaal meiden) met een flinke slok op.
Ik vind het een fantastisch resultaat, dat ook veel onrust wegneemt. Er werden namelijk 869 jongeren gecontroleerd. Een simpel rekensommetje levert op dat maar liefst 1,7% een of meerdere glaasjes drank op had. Minder dan 1 op de 50 jongeren. Kortom, een hele nette score.
De weekendvraag is dan wel: is indrinken bij minderjarigen een mythe, of zijn het mietjes die naar City Life gaan?