Stel, de Nachtwacht van Rembrandt moet gerestaureerd worden. De minister stelt voor dat, om dat te doen, een deel wordt afgeknipt en verkocht. Van het geld dat dat oplevert kan de restauratie betaald worden. De minister die dat voorstelt maakt het niet lang meer. Waarom doen we dit wel bij het Groene Hart?
Die overdenking gaf ik gisteren mee aan de zaal bij het symposium Leven in het Veen. Friso de Zeeuw, oud-gedeputeerde en nu aanwezig namens Bouwfonds, probeerde uit te leggen dat bouwbedrijven best bij kunnen dragen aan de ontwikkeling en bescherming van het Groene Hart – als ze daarin mogen bouwen. Met 26.000 woningen waren ze wel blij, en op de helft daarvan kon er best €40.000 extra worden gelegd om het geld bij elkaar te sparen. Dat u dat sowieso alvast weet voor nieuwbouwhuizen in deze regio – er kan nog wel wat af. Maar het idee an sich is nog steeds net zo absurd als een stukje Nachtwacht verkopen om de rest te redden, ook al kopte de Zeeuw hem leuk in door te zeggen dat er ook nog schilderijen uit het depot kunnen worden verkocht.
De opmerking was wel goed aangekomen, tijdens het eten werd ik meerdere keren gecomplimenteerd als “die uit Gouda, van Rembrandt”. Hopelijk heeft het zin, zodat we niet sluipenderwijs het Groene Hart blijven verkleinen…