De VVD die GroenLinks omarmt. Het moet niet gekker worden. De dikke virtuele knuffel van Jan Vermeij was nog maar een kleine voorbode op het gezellige huiskamergevoel in vergaderzaal Achterkamertje. Het publiek bleek meer geïnteresseerd in het bestemmingsplan Westergouwe dan in het evenementenbeleid, dus konden we naar boven verkassen.
De avond begon met “Vlek D”, de ietwat groezelige naam voor het gebied ten zuiden van het station. Nu een rommelige stadsentree, maar als het aan ontwikkelaar Multi Vastgoed ligt straks een bruisende begin van de binnenstad, met al die winkels die we nu moeten missen (H&M, Claudia Sträter, Zara, je kent ze wel) omdat er te weinig grote winkelpanden zijn.
Het was nog slechts de informerende fase. Veel wijzer zijn we er niet van geworden. De meest gewaagde vraag, “zou u liever het busstation aan de noord- of aan de zuidkant hebben, bent u liever de bus kwijt in de Vredebest?” werd uitermate politiek beantwoordt met “beide hebben positieve en negatieve punten”. De VVD omarmde later een busstation aan de noordzijde, maar ook hun poging een uitspraak te ontlokken liep op niets uit.
Multi Vastgoed wekt wel een betrouwbare indruk, en het is sowieso mooi dat ze willen investeren in dit gebied, maar ergens knaagt het. We hebben toch te vaak mooie plannen wegens geldgebrek minder mooi zien worden. In het raadsdebat zullen we het dus nog wel over de inhoudelijke kaders moeten hebben.
Evenementen
Het raadsdebat over evenementenbeleid was voor mij het hoogtepunt. Afgelopen vrijdag had ik een alternatief raadsvoorstel verspreid onder mijn collega-raadsleden. Daar voelde ik me wel toe verplicht na mijn stevige kritiek. Het treurige is dat je met minder dan een uurtje werk een fatsoenlijk besluit hebt liggen, dus zo moeilijk is het niet. Vanwege dat voorstel kreeg ik als eerste het woord om het nieuwe besluit toe te lichten. Wat mij betreft hadden we dan een kort rondje gemaakt, met een simpel “ja” of “nee” tegen dit besluit – dan weet je ten minste hoe je je discussie in moet steken. Nu moest dat gecombineerd worden, maar desondanks ontstond een leuk debat.
Het kleine kamertje, waarin je dicht op elkaar zit, heeft een duidelijk effect. Je ondervraagt elkaar makkelijk, reageert makkelijker (ook al gaat dat ten koste van de voorzitter, maar die liet dat heel verstandig meestal z’n beloop), en het zorg voor selectieve amnesia – ineens weet je alleen nog maar de voornaam van je collega-raadsleden, waardoor ik een paar keer werd aangesproken met “de heer…Michel…..eh….Klijmij”. Overigens, een leuk detail: vooraf waarschuwde de voorzitter dat ze mijn weblog had gelezen en extra streng zou zijn. Uiteindelijk was ze nog soepeler, maar dat paste ook beter bij de sfeer.
Al snel werd duidelijk dat de meeste fracties het nieuwe besluit duidelijker vonden, ondanks een enkel slip of the keyboard waarbij ik wat al te genereus had geïnterpreteerd en het besluit niet 100% in lijn was met de nota. Soms was dat wel een verbetering, soms meer reden voor een gefronste wenkbrauw. Slechts een enkele fractie vond het besluit niet nodig, waarbij het flutargument “het gaat om de inhoud, niet om de vorm” weer eens van stal wordt gehaald. Gek genoeg wordt dan juist een procedureel argument (“het gaat ons niet om de vorm”, “het is overbodig”) van stal gehaald, en wordt er nooit inhoudelijk aangegeven wat er dan mis is met het voorstel. Gelukkig was de PvdA eigenlijk de enige daarin (de SGP zat er wat anders in, maar dat heeft ook te maken met hun houding ten opzichte van evenementen op zondag), en was er geen pers om deze vreemde manoevre te zien.
Uiteindelijk gaat het erom als Raad een duidelijk besluit te nemen, omdat het hier, zoals Harry van der Haak kort en krachtig verwoordde, gaat om het verdelen van schaarse middelen. Weinig geld (iets meer dan een euro per Gouwenaar) voor grote ambities qua evenementen. Dan moet je keuzes maken, en die keuzes onderbouwen. Dat zijn zaken waar ik in de Raad graag een besluit over neem, en die in het gewijzigde besluit duidelijker naar voren kwamen. Want 7 evenementen (Houtmansconcerten, Gouda bij Kaarslicht en Kunstlicht, Havenstaddagen en Hofstededagen, Kaas- en ambachtenmarkt, Keramiekdagen) om te ondersteunen is mooi, maar de criteria leg ik liever vast in een besluit dan alleen in een nota.
Op basis van mijn gewijzigde besluit had ik tot slot nog enkele inhoudelijke punten ingebracht. Nu wordt als criterium een minimum aantal bezoekers van 15.000 genoemd, maar uit het geven van de sterstatus aan de Hofstedendagen blijkt al dat dat een zacht criterium is. Nog los van de vraag van wat voor bezoekers je wilt hebben: van buiten, van binnen, unieke bezoekers of 15 keer dezelfde 1000.
Een tweede punt was de verhouding overlast en opbrengst. Die wordt door binnenstadbewoners nogal eens als scheef ervaren. Een moeilijk punt (wat voor overlast is acceptabel als binnenstadbewoner?), en daarom weinig reacties, zoals ik al dacht.
Als derde kwam de communicatie aan de orde, waar CDA collega Mea Hiskes zich ook druk om maakt. Ook dat is iets waar je als overheid lastig op kan sturen. Terecht merkte de wethouder op dat je organisaties weliswaar kan verplichten om te communiceren, maar niet kan verplichten dat dat een goed eindresultaat heeft. Het heeft wel zijn aandacht, en hij is wel bereid om daar aandacht aan te besteden. Dat lijkt het maximaal haalbare.
Op gebied van handhaving had ik tot slot nog wat geruststelling nodig. Keer op keer hoor ik klachten over gebrek aan handhaving. Dat lijkt echter de goede kant op gegaan: er wordt intensief gecontroleerd, er is al gewaarschuwd naar aanleiding van klachten van bewoners, en hier kunnen ook boetes op volgen komend evenementenseizoen. Ik wil die geruststellende woorden komend jaar de kans geven om zich te bewijzen.
Het was ook het debuut van Ferry van Beekum, het nieuwe SP-raadslid. Met zijn maiden speech zette hij in elk geval een duidelijk verhaal neer, hoewel het wel wat afdreef toen het ging over de vraag of jippy-condooms nu gebruiksvoorwerpen of reclame-artikelen zijn. Maar ach, het was in elk geval direct en to-the-point.
Na een gezellige eerste termijn kon de wethouder niet anders concluderen dat hij met een aangepast voorstel moest komen. Op basis van mijn voorstel komt hij eind deze week met een nieuw voorstel. Dat is op zich al een overwinning: de steun voor dit voorstel geeft aan dat de Raad bezig is eigen inhoudelijke afwegingen te maken, en dat vastgelegd wil zien in een duidelijk besluit. Die wil loopt dwars door (bijna) alle partijen heen. Wat dat betreft was dit voor mij ook een testcase: kan ik de Raad meekrijgen hierin? Het is dan mooi om te zien dat de Raad mij vervolgens weer op sleeptouw neemt, als het erop lijkt dat ik een punt makkelijk wil toegeven – zo hoort het!
Een positief einde dus. Mogelijk nog een amendement op het besluit wat betreft de criteria, en even afwachten hoe de wethouder het besluit verder aanpast zodat hij ermee aan de slag kan. Maar dat is al een stuk beter dan per amendement een compleet besluit te moeten veranderen.