De Marokkaanse overheid is hard bezig haar invloed over de overzeese onderdanen uit te breiden. Die vormen immers een belangrijke inkomstenbron voor de nationale economie, een belangrijke band dus. De nieuwste manier om de grip te verstevigen is de namenlijst verder te kuisen: geen Berbernamen meer, die zijn “betekenisloos”.
Een zorgelijke ontwikkeling, zoals ook PvdA-collega Mohammed Mohandis vaststelt. Zeker omdat er vanuit de landelijke overheid weinig tegen gedaan wordt. Voor individuele Marokkanen is het moeilijk om zich hiertegen te verzetten. Weliswaar kan je altijd afzien van de officiële namenlijst, maar daarmee zie je af van een Marokkaans paspoort voor je kind. Dat geeft problemen bij reizen naar Marokko, maar nog belangrijker met erfrecht.
In Nederland wordt die discriminatie dubbel gevoeld, omdat een groot deel van de van oorsprong Marokkaanse inwoners Berbers zijn. Een groep die nog steeds stelselmatig wordt achtergesteld in Marokko. Naast de grip op overzeese Marokkanen probeert de overheid zo ook een culturele eenwording te stimuleren.
Het lijkt me dat de minister van Buitenlandse Zaken de lijst moet weren uit Nederland. Maar in afwachting daarvan mogen we ook onszelf als lokale overheid afvragen hoe we hiermee om willen gaan. We horen immers voor onze eigen burgers op te komen.