De afgelopen weken dreigde het wel eens saai te worden in de raad. Het werk blijft, stukken moeten nog steeds gelezen worden, maar niet alles behoefde daarna een uitgebreide bespreking. Ook deze vergadering leek rustig te gaan verlopen. De Jaarstukken leveren meestal meer gespreksstof dan actie op (deels ook terecht, die actie komt als het goed is bij de Voorjaarsnota), de rest was hamerstuk. Bij de Jaarstukken vroeg Hilde Niezen weer aandacht voor de wachtlijsten. Beetje jammer dat het de wethouder jaar na jaar niet lukt om die onder controle te krijgen, maar gelukkig bleek uit de reacties van andere partijen dat er wil is om echt actie te ondernemen. Dat betekent ook dat er indien nodig een betere uitvoerder voor schuldhulpverlening gezocht kan worden.
Het vuurwerk zat in de door de VVD ingediende moties over veiligheid, als extra agendapunt. Die hadden al een flinke hap uit mijn middag genomen, want hier moest wel even over heen en weer gemaild en gebeld worden. Het college nam de moties nogal hoog op, dus werd het ook direct een fractievoorzitterstaak in plaats van de gebruikelijke woordvoerders veiligheid. Schotanus van de CU had het zelfs over “een motie van wantrouwen”. Zowel de burgemeester als formatteur en wethouder Siebe Keulen reageerden. Vooral Keulen viel op: een uitgeschreven betoog waarin hij elk stukje van de motie fileerde en tegenargumenten gaf. Voor iemand die normaal gesproken op z’n sloffen en schijnbaar uit de losse pols de Raad kan overtuigen wel bijzonder.
Wat stond er uiteindelijk in de moties? De VVD wilde, vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen en passant even een wethouder Veiligheid instellen. Alsof het allemaal niets kost. Het is geprobeerd in 98-02, en dat werkte niet. Het kwam ook niet in het verkiezingsprogramma van de VVD voor. Het lijkt dus een staaltje incidentenpolitiek: er moet “iets” gebeuren, of dat nou helpt of niet.
De tweede motie vroeg om een onderzoek. Ook niet echt effectief. We krijgen al 2 keer per jaar een rapportage over veiligheid, met alle cijfers, acties, nieuwe plannen, etc. De verdachten van de laatste voorvallen zijn bijna allemaal opgepakt. Wat valt er dan nog te onderzoeken? Of wil de VVD werkverschaffing voor werkeloze onderzoekers?
Kortom, twee moties die zo van tafel konden. Het showtje dat eromheen werd opgevoerd was wel vermakelijk, maar had ook niet gehoeven. Twee kansloze moties, even stemmen en klaar. Maar dan lijkt het net alsof je veiligheid onbelangrijk vindt, en dat wil niemand. De campagne is al volop bezig…
Wie Woont Waar?
Na de raadsvergadering stond nog een voorbereidende vergadering op de agenda, met een debat over de huisvestingsverordening. Dat is de juridische basis voor het verdelen van de schaarse woonruimte: huurwoningen en goedkope koopwoningen. Nieuw aan deze verordening is dat veel specifieke regeltjes zijn losgelaten, waardoor er meer vrijheid is om zelf een passende woning uit te zoeken. Het systeem wordt daardoor ook transparanter: er is niet een hele rits aan regels die je verhindert dat op ene leuke huurhuis te reageren.
Er waren twee thema’s: door de PvdA werd voorgesteld om een minimum aantal kamers in de verordening te zetten voor verschillende huishoudensgroottes. Als argument werd een casus in het huidige systeem gebruikt – een teken dat die regels nu in ieder geval niet werken. Hoe sympathiek ook, wij voelen weinig voor die regels. Ze beperken de vrijheid van mensen om zelf een geschikte woning te zoeken, en het levert heel veel extra onwerkbare regels op. Hoe groot is het gezin (volwassen kinderen, ongeboren kinderen, deeltijdouders), hoe groot zijn de kamers (zijn 2 kleine kamers passend, of een grote)… Dan zijn er betere manieren om mensen een passende woning te laten kiezen, ook als het om urgentie wegens sloop gaat. In de praktijk loopt dat ook goed. De CU sloot zich bij de PvdA aan, D66 schaarde zich aan onze kant. Het leverde leuke debatten op, met complimenten van (en aan) de voorzitter Jan Vermeij. We voerden als Raad de discussie, zonder om de zin vragend de wethouder aan te kijken om de Absolute Waarheid te verkondigen.
Het tweede discussiepuntje waren de jongerenwoningen. Nu is de praktijk dat je alleen een woning kan krijgen als je bijna 23 bent. Door de helft van de jongerenwoningen te verloten hebben ook jongeren van 18-22 een kans. Jongeren vinden dat ook een eerlijker systeem. De VVD twijfelde nog, ik probeerde uit te leggen dat elk systeem oneerlijk is zolang er te weinig woningen zijn, maar dit systeem de oneerlijkheid in elk geval eerlijker verdeelde.
En zo konden we om kwart over 11 afsluiten met een borrel. Een mooie gelegenheid om alvast vooruit te blikken naar volgende week, de kruispunten danwel rotondes op de Goverwellesingel. Het zomerreces nadert, de stapel stukken groeit. We moeten er nog even tegenaan. Maar als dat met zulke leuke debatten als die over huisvestingsverordening gaat, dan heb ik er wel zin in!