Monumentendag kon het haast niet beter treffen. Het prachtige weer zorgde voor veel drukte in de stad, en er was weer een indrukwekkende lijst met monumenten om te bezichtigen. Eén van de bijzondere gebouwen was de Watertoren, maar omdat ik die al eens had beklommen liet ik die maar schieten. Voor een mooi uitzicht koos ik voor de Gouwekerk, waar je op 40 meter hoogte een vrijwel ononderbroken uitzicht over de stad hebt. Een beklimming die niet voor mietjes is trouwens, want het platform in de spits is alleen via laddertjes te bereiken, dwars door de prachtige houtconstructie in de kap.
Maar de dag begon, ondanks het mooie weer, onder de grond. Ooit was ik als klein jongetje al eens in de kasteelgewelven geweest onder de Punt, en dat wilde ik wel weer eens zien. Toevallig had ik ook aangekondigd gezien dat de gewelven te bezichtigen waren. Met nadruk op “toevallig”, want je moest het maar net hebben gelezen (gelukkig ben ik een trouw lezer van de Goudse Post). In de folder, die de meeste mensen gebruiken, stond dit monument niet vermeld op het kaartje. Ik begon al haast aan mezelf te twijfelen.
Het is eigenlijk vreemd dat juist één van de oudste monumenten van Gouda zo weggestopt is. En dan ook nog een monument dat zo tot de verbeelding spreekt, met verhalen over vluchtgangen onder de IJssel door en een wichelroedeloopster die ooit is ingezet om die tunnels terug te vinden. Het stond dan ook, ondanks de geringe publiciteit, flink vol bij de ingang van de gewelven. En zonder uitzondering waren alle bezoekers die ik zag onder de indruk.
Het verhaal eromheen is sowieso al mooi: het kasteel, gebouwd op de strategische plek waar Gouwe en IJssel bij elkaar komen, afgebroken zodat de Spanjaarden het niet zouden aanvallen (als er niets te verdedigen valt is er immers ook niets om aan te vallen – perfecte Goudse logica!) in 1577. Legendes over vluchttunnels, een wichelroedeloopster die ze zou hebben gevonden maar graafwerkzaamheden en electro-magnetisch onderzoek konden het niet bevestigen. Een bewoner van het bovengelegen pand die vanuit zijn badkamer gaat graven, de gewelven vindt en vervolgens zijn buurman die vanaf de andere kant ging graven onder de grond tegenkomt.
De afgelopen jaren zijn onderwerpen als stadsmarketing en de cultuurhistorie regelmatig besproken. Enkele sluizen zijn in ere hersteld, de Jeruzalemkapel wordt opgeknapt. Er was ook discussie: wat moet de functie worden van de Jeruzalemkapel, de Havensluis moet open, enz. In dat rijtje mag van mij ook wel het kasteelgewelf komen.
Het gewelf is onlosmakelijk verbonden met het ontstaan en de hoogtijdagen van Gouda, en spreekt tot de verbeelding van jong en oud. Het zou een goede trekker kunnen zijn om de zuidelijke binnenstad een impuls te geven. De gewelven zijn nu nog een beetje een Gouds geheim. Tijd om dit geheim te verklappen.