Voor de lezer die zichzelf ook wel eens heeft verweten meer interesse te hebben in zichzelf dan in de wereld om hem heen, rest dus een geruststellende boodschap: u bent jong van geest. Zelfbeklag is sowieso niet nodig, het is de tijdsgeest die ertoe noopt. De jongste generatie is immers de spiegel van de samenleving waarin zij leeft. De spiegel waar iedereen wel eens in kijkt, soms met misprijzende blik, soms met stiekeme jaloezie, maar altijd vol herkenning.
Aldus de 24-jarige Rob Wijnberg in het artikel Boeiuh is ons toverwoord, chilluh onze hobby in NRC.next. Een hoeveelheid mistroostigheid die je normaal gesproken alleen van 50-plussers verwacht, met bijbehorend hoofdschudden.
Jongeren zijn volgens Wijnberg niet geëngageerd genoeg. Een stelling die gebaseerd is op het onderzoek dat slechts 3,6% van de jongeren het journaal kijkt, maar 1% lid is van een politieke partij, en 41% cannabis gebruikt.
Ik ben blij dat ik in ieder geval bij 1 van die statistieken bij de veilige meerderheid hoor.
Verweer is niet mogelijk, want:
Ontkenners sluiten hun ogen voor de realiteit en wijzen steevast naar die ene oprichter van Coolpolitics. Goedpraters noemen jongeren ánders betrokken: praktisch idealisme heet het wanneer je gaat winkelen in New York en tegelijkertijd twee bomen plant in een regenwoud. Verwijters spelen de oude nar en bekritiseren de jeugd uit onwetendheid en verveling, zoals dat sinds Plato al gemeengoed is. Zelden wordt een poging ondernomen onze passieve houding te doorgronden.
Ik ben jongere. Aan engagement geen gebrek. Ik ga dus namens een deel van mijn generatie ontkennen, goedpraten en verwijten. Uit idealisme, voor mijn generatie.
Ik ontken!
Jongeren hebben idealen. Juist jongeren. Als ik in mijn klas over onderwerpen als milieu of de multiculturele samenleving begin hebben jongeren een mening, van VMBO tot en met VWO. Die mening is vaak prettig ongenuanceerd. Je kan het met ze eens zijn of niet, het kan geïnformeerd zijn of niet, maar ze zijn eerlijk en recht voor z’n raap. Een 15-jarige heeft nog niet het filter dat de 40-jarige wel heeft. Daarom komt verandering ook juist vanuit jongeren – die denken buiten de lijntjes, die denken in mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Wie het milieu verpest of dieren mishandelt moet keihard aangepakt worden, no ifs or buts. Vanuit die overtuiging voegen jongeren ook de daad bij het woord. Veel jongeren doen vrijwilligerswerk, ondertekenen en mailen petities rond, steunen goede doelen, gaan de barricades op. Het is ook geen toeval dat ook terroristen voornamelijk jongeren zijn. Ook dat is een typisch voorbeeld van de niet-lullen-maar-poetsen-mentaliteit van jongeren. Gelukkig kan dat ook op wat vriendelijkere manieren. Zoals gisteren het Jeugdkabinet werd opgericht. En zo zijn er nog meer voorbeelden dan alleen Coolpolitix. Hoezo geen engagement?
Die voorbeelden zijn maar een paar van alle andere initiatieven die jongeren nemen. Dan is het maar net hoe je ernaar kijkt. Er zijn genoeg passieve jongeren die het allemaal wel best vinden, die het maar boeiuh vinden. Hebben we die niet altijd al gehad? Stond in de jaren ’60 iedereen op de Dam? Was in de jaren ’80 iedereen kraker? Volgens mij niet. Als je naar passieve jongeren kijkt zie je chillende jongeren. Als je naar actieve jongeren kijkt zie je idealisten. Die laatste groep zal altijd kleiner zijn dan de eerste. Wat dat betreft zijn jongeren net volwassenen.
Ik praat het goed!
Aan wat voor voorwaarden moet je eigenlijk voldoen om een geëngageerde jongere te zijn? Moet je daarvoor naar het journaal kijken, of de krant lezen? Jongeren zijn ook zonder die media prima op de hoogte. Het internet opent werelden. In hun eigen leefomgeving zijn jongeren actief, en ook daarvoor hoef je niet dagelijks de NRC op de mat te hebben. Als je jong bent en je hebt het gevoel dat er door de gemeente niet naar je wordt geluisterd, dan richt je een jeugdraad op of ga je actie voeren. Dat gebeurt, en met succes. Maar er zijn ook andere manieren.
Jongeren zijn inderdaad anders betrokken. Wat is er mis met praktisch idealisme? Dat is juist een zegen, want ik ben liever praktisch idealist dan dat ik mezelf ga kwellen zonder aanwijsbaar nut. Zo denken veel jongeren erover. Dat kan ook, want de tijd dat je alleen idealistisch kon zijn door onder een boom te gaan liggen wachten tot het fruit op natuurlijke wijze in je mond valt is wel voorbij. Je kan op steeds meer plekken verantwoorde produkten kopen, vlees eten is niet per se fout met biologische scharrelbeesten, autorijden hoeft niet meer alleen op benzine, en het Malieveld is al lang niet meer de enige plek om je mening luid en duidelijk te geven. Voor vorige generaties was idealist zijn afzien, en ik wil ze dan ook van harte bedanken voor alles wat ze bereikt hebben, maar als wij hetzelfde kunnen bereiken op een andere, meer comfortabele manier, dan is dat alleen maar mooi meegenomen. Daar verlies je je idealen niet van.
De issues waar jongeren mee te maken hebben zij nu ook wezenlijk anders. In de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw, de gouden tijden van het Idealisme, waren er nog een hoop Grote Idealen om voor te vechten. De vrijheid om jezelf te zijn, om zeggenschap te hebben over je eigen lichaam. De woningnood. Emancipatie. Grote thema’s die nu ook nog spelen, maar niet meer als De Jongeren tegen Het Establishment. Iedereen heeft daar nu z’n eigen mening over, de strijd is nu meer onderling dan tegen de regels. Grenzen hoeven minder te worden verschoven om het Ideaal te bereiken. Er is vrijheid, met af en toe schermutselingen op de grenzen daarvan. Mag Danny als 14-jarige meedoen aan de Gay Pride? Moet de overheid betuttelend optreden bij abortus? Mag een ambtenaar weigeren de wet uit te voeren vanwege gewetensbezwaren? Het grote idealistische grondgebied is veroverd, en dan wordt de groep idealisten die strijd om de resterende meters vanzelf kleiner.
Als je dan Idealist wordt, heb je ook nog eens veel meer keuze. Je hoeft je ook niet vast te leggen op 1 ideaal. De huidige generatie jongeren is gewend om keuzes te maken. De dagelijkste stroom informatie is zo groot, je moet wel. Ik heb de keuze gemaakt om me via de politiek in te zetten. Maar waarom zouden andere jongeren dat ook moeten doen? Nog los van het feit dat je soms meer bereikt buiten de politiek om, waarom zou je je vastleggen aan 1 groepering? Wat levert het op? Dat zijn afwegingen die jongeren maken. Als het lidmaatschap van een politieke partij of een krant niet zoveel opschiet, dan doe je het niet. Een vrijheid waar jaren geleden terug, door die bewierookte Echte Idealisten Van Vroeger, voor is gestreden. De verzuiling is voorbij, idealisme kan ook anders.
Ik verwijt!
Ja, j’accuse. Plato (het kan ook Socrates geweest zijn) was een oude man en vond de jeugd van toen maar niks. De jeugd houdt alleen van luxe, heeft geen respect voor ouderen, en zijn constant aan het kletsen. Er is maar weinig veranderd in die 2000 jaar. Jongeren zullen altijd anders zijn dan hun ouders, in hun zoektocht naar hun eigen identiteit. Tot ze zelf ouder zijn en vaak vergeten hoe ze dachten tijdens hun jeugd. Dat ouderen kritiek op jongeren hebben betekent alles in orde is. Zodra jongeren op zichzelf kritiek gaan uiten wordt het wat vreemd. Gelukkig is die kritiek niet terecht.
Jongeren van nu groeien op in een omgeving waar veel scherpe kantjes vanaf zijn. Je kan jezelf zijn, en behalve relatief kleine groepen extremisten levert dat steeds minder gedoe op. De meeste jongeren in Nederland zijn gelukkig. Het land is rijk, de vrijheid groot, er blijft weinig te klagen over. Voor veel jongeren is het Ideaal al bereikt. Voor een hoop jongeren nog niet, en die strijden door. Als vrijwilliger in een buurthuis, in een jeugdraad of opleidingscommissie, en zelfs ook nog bij politieke partijen. Voor wie de wereld wil verbeteren is er keuze genoeg. Ik zie die idealisten wel om me heen. Hopelijk komt Rob Wijnberg ze ook nog eens tegen. Verbeter de wereld, begin bij jezelf.