Maar uit de CPB-studie bleek dat vrijwel nergens op de wereld studenten in het hoger onderwijs zo weinig leren als in Nederland. Dat Nederlandse afgestudeerden toch wel wat kunnen, danken ze vooral aan hun uitstekende middelbare scholen.
Zo, die zit. Alma Mater, stuur maar een boeketje, want dankzij mijn collega’s studeert er af en toe nog iemand bij jullie af. Vandaag berichtte de Volkskrant dat het niveau van universitair onderwijs wordt overschat. Sterker nog, als je het artikel zo leest is het gebruik van de term “universitair onderwijs” al een overschatting. Als iemand met toch heel wat ervaring in de universitaire wereld als student kan ik deze opmerking volledig herkennen:
Het probleem ligt bij de universiteiten zelf. ‘Een groot deel van het bacheloronderwijs wordt gezien als noodzakelijk kwaad’, zegt Dittrich. Als corvee. Een echte wetenschapper doet immers onderzoek. ‘Ik kan me niet onttrekken aan de indruk dat het bacheloronderwijs onder aan de rangorde staat, na onderzoek, masters en externe taken.’ De universiteit, aldus Dittrich, vindt de bacheloropleiding kennelijk optimaal als die nog net door de keuring komt.
Daar waar je een graad nodig hebt om kinderen op het basis- en voortgezet onderwijs te mogen onderwijzen, is dat op de universiteit niet nodig. Ik hoopte dat het iets beter zou zijn sinds “mijn tijd”, maar blijkbaar niet. Colleges waren vaak saai en niet inspirerend, doelen niet helder en bij tentamens was het vaak belangrijker om een of ander loos feitje te hebben onthouden dan ruimte te geven om te laten zien dat je een stel hersens had waar je analytisch mee kon nadenken. Na de middelbare school, die mij prima was bevallen omdat ik daar redelijk zelfstandig (nog vóór de Tweede Fase) en uitdagend onderwijs kreeg, viel de universiteit zeker het eerste jaar genadeloos door de mand als schools en saai. Nu was (en ben) ik gelukkig gek op aardrijkskunde, dus de inhoud was wel boeiend – maar wat er mee gebeurde stelde niet zoveel voor.
Dat er veel ongemotiveerde studenten rondlopen in het hoger onderwijs kan ik me ook wel voorstellen. Motivatie krijg je door geïnspireerd te worden, door aantrekkelijke colleges, uitdagende opdrachten. Niet door colleges die je net zo goed had kunnen missen. Ik ben meer dan eens als stuudje getypeerd, maar ik geef het rustig toe: menigmaal zat ik vooral de krant te lezen in de collegebanken, Bert & Ernie na te doen (let vooral op de reactie: het lag aan de zaal, aan de studenten, aan de journalist…), bleef ik alleen uit een soort vaag verantwoordelijkheidsgevoel (het is ook niet leuk voor een docent als na de pauze zo’n 100 van de 120 studenten niet meer terugkomen), en ben ik zelfs een keer in slaap gevallen. Dat leverde gelijk hilarische taferelen op trouwens, want het bleef niet onopgemerkt. Ondanks dit alles heb ik een drs voor m’n naam staan – maar dat zegt dan misschien ook wel weer iets over de kwaliteit.
Opvallend is dit alles vooral, omdat er vooral geklaagd wordt over het middelbaar onderwijs – de sector die verantwoordelijk is voor onze goede internationale resultaten. Vooral de VMBO-leerlingen blijken geweldig te zijn. De uitval is daar wel hoog, en dat is zeker een probleem. Alleen, de “diplomaloze uitval” is in het hoger onderwijs even hoog. Waar blijven de moord en brandschreeuwers? En wie zal de eerste zijn die zegt dat het VMBO eigenlijk best goed is?
Voor de studenten van nu hoop ik dat er iets verandert, en dat zij wel goed onderwijs krijgen op uitdagend niveau. En als niet iedereen dat kan volgen: pech. Leg de lat maar hoog, en zet het onderwijs op een bijpassende positie.