Het zijn drukke dagen in de Raad. Maandag, dinsdag én woensdag komen we bij elkaar om de afronding van het formatieproces te bespreken. De kandidaat-wethouders zijn maandag ondervraagd, en dinsdag geïnstalleerd. Daarmee heeft Gouda vanaf vandaag weer een college, en voor de tweede keer zit GroenLinks daarbij. Dit keer met een wethouder van buiten, Wendy Ruwhof. Zij maakte maandagavond al indruk door zich soepel door de vragenronde heen te manoevreren. Ze maakte ook, tot tevredenheid van oppositiepartij Gouda Positief, duidelijk dat ze een doener is. Of dat bij het stemgedrag heeft geholpen is lastig terug te redeneren: met 27 stemmen vóór en 8 tegen zijn er verschillende combinaties mogelijk bij de oppositie.
Debat is voor mietjes
Op dinsdagavond werd eerst het coalitieakkoord besproken. Dat kan een uitstekende gelegenheid zijn voor mooie betogen en leuke debatten over de toekomst van Gouda, die zo’n avond aantrekkelijk maken voor publiek en de raadsleden zelf. Dat gebeurde dus niet. Er stonden wel interruptiemicrofoons opgesteld, maar een spreekgestoelte ontbrak. Iedereen deed het verhaal dus van de eigen plek, en de ene keer dat iemand wilde interrumperen werd dat keurig in de kiem gesmoord door de voorzitter. Door dit gebrek aan weerwoord was er dan ook weinig aandacht voor het akkoord zelf in de krant van vandaag, en des te meer voor de ongezouten en soms ongefundeerde kritiek van de oppositie.
Wat mij bijna van het pluche deed vallen van verbazing was trouwens hoe de oppositie zichzelf liever volledig buitenspel had gezet. Laten we het maar op de onbekendheid met de politiek van de meesten gooien. Want wat is er mooier als Raad dan een akkoord op hoofdlijnen? Niet, zoals de afgelopen periode, van alles dat al in detail is vastgelegd. Niet een coalitie die zich kan verschuilen achter artikel 4 lid 5 sub C van een compleet vastgelegd akkoord, maar een aantal concrete prioriteiten waarbinnen volop ruimte is voor de Raad – en dus de oppositie – om zelf met nadere doelen, indicatoren en oplossingen te komen. Om dezelfde reden moet de oppositie eerder blij zijn dat de bezuinigingen niet al tot op de komma zijn vastgelegd. Dan kan je helemaal vier jaar lang uit je neus gaan eten als raadslid.
Het meest tenenkrommend daarin was Gouda’s 50+ Partij. Om te beginnen vroegen ze zich af hoe het veiligheidsbeleid concreet ingevuld zou worden. Nou, beste collega’s, dat gaat met het Veiligheidsbeleid gebeuren, zoals dat in januari is vastgesteld en in het akkoord wordt aangehaald. Dat beleid waarvan de woordvoerder van de 50+ Partij sprak “De fractie van Gouda50+ vindt de kadernota duidelijk en goed op hoofdlijnen. De nota is een goed vervolg op hetgeen de afgelopen vier jaar is gedaan“. Even vergeten dat jullie daar voor waren? Een ander belangrijk punt dat de 50+ partij miste was het openbaar vervoer in de Korte Akkeren. Nog los van dat zoiets niet in een akkoord op hoofdlijnen past (daarin wordt de mobiliteitsvisie aangehaald, waarin OV een prioriteit is), maar waarom komt de partij dan niet met een initiatiefvoorstel of motie? Het doet nogal wat afbreuk aan ferme woorden over wat er mist als je zelf nooit actie onderneemt. Dat mag als je voetbal kijkt op TV, lekker vanaf de bank roepen hoe die voetballers het moeten doen zonder zelf te sporten, maar in de Raad ligt de lat wel wat hoger. Ik kijk dus uit naar het voorstel van Gouda 50+, met financiële onderbouwing, over het terugkeren van de bus in de Korte Akkeren.
Volgens mij betekent het hoofdlijnenakkoord juist kansen voor de Raad om initiatief te nemen en het college aan te sturen en te controleren. Hoe krijgen we Gouda in de top 10 van meest duurzame gemeentes? Hoe houden we het sociaal beleid overeind? Daar kunnen we straks in de Raad écht over in debat gaan, zonder dat alles al vastligt. De komende 4 jaar levert dat hopelijk betere besluiten en interessante politieke avonden op. Ik hoop dat de oppositie die kans grijpt. De SP snapte het in elk geval al.