Minder blauw op straat?

Een prikkelende kop in het NRC afgelopen zaterdag: “meer blauw op straat helpt niet tegen misdaad” (niet digitaal beschikbaar). En dat terwijl iedereen toch wel vindt dat er meer politiecapaciteit nodig is. Ook in het laatste debat in de Raad over veiligheid was ik één van de velen die zich zorgen maakten over de voortdurende tekorten in politiecapaciteit in Gouda.

En dan minder blauw op straat?

„Het probleem met cijfers is dat je ze niet kunt duiden als je niet weet hoe ze tot stand zijn gekomen. Politici kiezen die cijfers die in hun kraam te pas komen. Ik hoor ook vaak roepen: „keihard aanpakken”. Wat bedoelt men daarmee? Stokslagen? Uitzetten? Het is kretologie, totale onzin. Nog zoiets: we zouden de verantwoordelijkheid bij de ouders moeten leggen. Of: meer blauw op straat. Daar ben ik het helemaal niet mee eens. Er moet gewoon veel meer opgespoord worden. Dát is verstandig beleid.”

Uit het artikel blijkt er wel veel ogen zijn – de wijkagent heeft vermoedens, er zijn overleggen. Maar de stap naar opsporing wordt niet gezet. Volgens Schaafsma is dat “niet spannend” en is er daarom minder interesse voor jongerengroepen. Daardoor glijden de jongeren af van hinderlijk naar crimineel. Op dat moment is er meer interesse (want spannender en gewelddadiger), maar is het punt dat je nog invloed kan uitoefenen op de jongeren eigenlijk al voorbij.

Ironisch genoeg kan het toenemen van een gevoel van veiligheid betekenen dat het in feite onveiliger geworden is, aldus Schaafsma:

Bovendien: hoe crimineler een groep, hoe onzichtbaarder die wordt voor de wijkagent. De zichtbare overlast daalt, het veiligheidsgevoel in de buurt neemt toe, maar de criminaliteit kan stijgen. Met gebiedsverboden of het opjagen van jongeren verdwijnt ook vaak de informatiebron.

Daarmee wordt ook het relatieve nut getoond van “stoere” maatregelen als gebiedsverboden. Het lijkt beter te worden, maar ondertussen ben je het zicht op de groep kwijt. Dweilen zonder dat je weet óf er een kraan open staat en zo ja, waar die kraan zich bevindt.

Ik ga zijn boekje maar eens lezen, en dan kijken wat voor vragen ik hierover kan gaan stellen. Ik ben namelijk wel benieuwd wat de Goudse politie-agenten hiervan vinden. Hebben we voldoende informatie over deze jongeren? Is de wijkagent geïsoleerd? Is er capaciteit om op te sporen, bewijs te verzamelen? Wat doen jongeren die een gebiedsverbod krijgen eigenlijk?

Over Michel

Michel Klijmij is gemeenteraadslid voor GroenLinks Gouda, (co-)woordvoerder milieu, veiligheid, bouwen & wonen, ruimtelijke ordening, voorzitter A-onderwerp Armoedebeleid. Michel Klijmij woont al zijn hele leven in Gouda en houdt van hobby's. Dat zijn klooien met computers, radiomaken en politiek. Op dit weblog publiceert hij alles wat hij vindt dat de wereld moet horen.
Dit bericht is geplaatst in Gemeenteraad, Gouda, GroenLinks, Politiek. Bookmark de permalink.